Aannemen en Doorgeven
De taak van de ouder is het leven in liefde door te geven. De taak van het kind is het leven in liefde aan te nemen. Het proces van aannemen en doorgeven is mogelijk, omdat er verbinding is.
De taken van ouder en kind zijn daarmee direct verbonden met het hart. De verbinding met het hart is onvoorwaardelijk. Als het om deelname aan het leven gaat, gelden vanuit de verbinding geen voorwaarden. Aan ouder en kind worden door het hart geen eisen gesteld.
Met het aannemen van het leven, weten we van de liefde waardoor we in het leven zijn gekomen. Het aannemen van het leven biedt het kind wat het nodig heeft om in liefde door te geven. Het leven aannemen en het doorgeven in liefde sluit alles binnen: alles ìn het leven, en alles om het leven.
Aannemen en doorgeven vormen het doorgaande proces van voeden. Het proces van aannemen en doorgeven van voeding, laat ons gewaar worden van de omvattende verbinding die er is.
Wanneer we ons open stellen voor de verbinding die er is, nemen we de voeding aan die er voor ons is. Het is voor de volwassen mens een eigen keuze zich daarvoor open te stellen of niet. We geven door wat we hebben aangenomen. We kunnen in liefde doorgeven, wat we in liefde hebben aangenomen. Wat we niet hebben aangenomen, kunnen we niet doorgeven.