Vandaar!
Een gedichtenbundel uitgeven is iets heel bijzonders. Zo ervaar ik dat zeker. Op 23 November was de presentatie van mijn bundel Vandaar! Van die presentatie is me iets bijgebleven, dat ik graag in deze blog wil delen.
De bundel bestaat uit gedichten die ik de afgelopen 30 jaar heb geschreven en foto’s die ik de afgelopen 15 jaar op Terschelling heb gemaakt.
Als ik naar de bundel kijk – opnieuw kijk, bedoel ik – dan toont het zich aan mij als een reisverslag. Een notitieboek met foto’s waar ik aantekeningen bij genoteerd heb.
Wat de bundel me nu ook laat zien is, dat ik die niet alleen zou hebben kunnen maken. Ja, het zijn mijn gedichten. En ja, het zijn mijn foto’s. Maar de combinatie, de vormgeving, de manier waarop gedicht en foto bij elkaar zijn gebracht, dat is niet van mij. Jaap en Ronald deden dat. Ik had nooit gedacht, dat dit zo veel effect op me zou hebben. Zij lezen mijn gedichten anders en zoeken daardoor andere foto’s. Zij kijken anders naar mijn foto’s en herkennen daardoor iets anders in mijn gedichten.
Wat het me laat zien is, hoe we onze eigen ruimte nodig hebben in wat we zien en lezen.
Wat de bundel me ook laat zien, is hoe een gedicht een vergezicht is. En hoe het beeld van een foto een eigen beweging representeert, die me ergens naartoe of juist ergens vandaan brengt. Ik ga op reis door mijn innerlijke beelden. En soms levert me dat zo maar ineens een woordje op, of een zinnetje. Een nieuw gedicht is dan vaak dichtbij. En dat doordat iemand anders ànders kijkt naar mijn foto of gedicht! Heel inspirerend vind ik dat. Zou het dan zo werken: inspiratie? Dat we van elkaar afkijken en toelaten hoe we anders kijken?
Ik zei in mijn presentatie, dat ik me kennelijk steeds tot het licht aangetrokken voel. En dat het me aantrekt om te zien hoe het licht breekt, in lijnen, in kleuren, en hoe het schaduw oproept. Wat de bundel me laat zien, is dat het licht mijn baken is. En dat ik die ook erg nodig heb. En als ik zo de reacties hoor, dan is het licht een baken voor velen, zo niet, voor iedereen.
Wat ik met de bundel wil laten zien is mijn manier van kijken. Ik merk dat ik steeds op zoek ben naar ordeningen, waarin iets past. Licht en schaduw. Ouder en Kind. Hoop en vertrouwen. Samen en alleen. Hier en Daar. Licht helpt me in dualiteiten te zien, – die te herkennen. En Licht laat me zien, dat Schaduw er kan zijn doordat er ergens licht op schijnt. Maar ook, dat het andersom niet opgaat. Dank Henk, dat je het deelde.
Zo ben ik gefascineerd door het licht. Tot slot een gedicht dat de bundel van voor tot achter omvat:
Op sporen
Licht en schaduw
Naast elkaar
Sporen naar hier
Van daar